De Pastiera Napoletana is een traditionele Napolitaanse taart die vooral tijdens Pasen wordt genoten. Deze delicatesse combineert rijke ingrediënten zoals ricotta, gekookte tarwe, eieren en geconfijte vruchten, op smaak gebracht met oranjebloesemwater, wat zorgt voor een uniek aroma en een zachte textuur.
Oorsprong
De geschiedenis van de Pastiera Napoletana is doordrenkt van legendes en tradities. Een bekende mythe vertelt over de zeemeermin Partenope, die elke lente uit de Golf van Napels oprees om de inwoners met haar betoverende zang te verblijden. Als dank brachten de Napolitanen haar zeven geschenken: bloem (welvaart), ricotta (overvloed), eieren (vruchtbaarheid), gekookte tarwe in melk (verbinding tussen dierlijk en plantaardig), oranjebloesem (geur van het land), specerijen (hulde aan alle volkeren) en suiker (zoetheid van haar stem). De goden mengden deze ingrediënten en creëerden zo de eerste Pastiera.
Een andere oorsprong legt de wortels van de Pastiera bij de oude Romeinen, waar het werd geassocieerd met de lentevieringen ter ere van de godin Ceres. Tijdens deze festiviteiten werden ingrediënten zoals eieren en tarwe gebruikt als symbolen van nieuw leven en vruchtbaarheid.
Traditionele bereiding
De moderne versie van de Pastiera werd waarschijnlijk geperfectioneerd in Napolitaanse kloosters. Volgens overlevering wilde een non een taart maken die het mysterie van de wederopstanding symboliseerde en de geur van de oranjebloesems uit de kloostertuinen vastlegde. Ze combineerde gekookte tarwe met ricotta, eieren en oranjebloesemwater, en bakte dit in een korst van zanddeeg. citeturn0search1
Traditioneel wordt de Pastiera enkele dagen voor Pasen bereid, vaak op Witte Donderdag of Goede Vrijdag. Dit geeft de smaken de tijd om zich te vermengen en te verdiepen, waardoor de taart zijn kenmerkende smaakprofiel krijgt. Het is gebruikelijk om de Pastiera in de bakvorm te laten, omdat hij kwetsbaar is en gemakkelijk kan breken bij het verplaatsen.
Regionale variaties
Hoewel de klassieke Pastiera een zoete taart is, bestaan er regionale variaties. In sommige gebieden wordt rijst gebruikt in plaats van tarwe, terwijl andere versies een hartige twist hebben met toevoegingen zoals salami en kazen. Deze varianten weerspiegelen de diverse culinaire tradities binnen de regio Campanië.
De Pastiera Napoletana blijft een geliefd symbool van Napolitaanse cultuur en traditie, en brengt families samen tijdens feestelijke gelegenheden met zijn rijke geschiedenis en onweerstaanbare smaak.
Deze traditionele Napolitaanse Paastaart is wel een beetje bewerkelijk om te maken maar je hebt wel eer van je werk. Op zich is het niet moeilijk, als je alle stappen volgt zoals ze in het recept beschreven staan. Maak hem een dag van tevoren want hij is op z’n lekkerst als hij een uur of 12 kan rusten nadat hij gebakken is.
Wat heb je nodig?
Voor het deeg:
- 2 eieren
- 100 gram suiker
- 100 ml zonnebloemolie
- Een half zakje bakpoeder
- 375 gram bloem
Voor de vulling:
- 2 eieren
- gekookt graan (dit is in Nederland bijna niet te koop en heb ik vervangen door 150 gram arborio rijst
- 300 gram ricotta
- 240 gram suiker
- 1 zakje vanillesuiker
- 200 ml melk
- Half theelepeltje kaneel
- Stuk van een citroenschil
- Sinaasappelaroma of bloesemaroma
Je begint met het eerste gedeelte van de vulling. Omdat het gekookte graan in Nederland niet echt makkelijk verkrijgbaar is heb ik dit vervangen voor arboriorijst. Deze rijst kook je in ene pan gevuld met half water en half melk. Als de rijst gekookt laat je hem uitlekken. Daarna doe je de gekookte rijst in een steelpan samen met 200 ml melk en een half theelepeltje kaneelpoeder en een stuk van de schil van een citroen. Dit breng je aan de kook en laat het dan een kwartier koken op een laag vuur.
Dit mengsel doe je in een kom en laat je afkoelen.
Daarna begin je aan het deeg.
Breek in een grote mengkom de 2 eieren en voeg de suiker, olie en bakpoeder toe. Meng dit goed door elkaar. Weeg in een andere kom 375 gram bloem af en voeg dit beetje bij beetje toe in de kom met je eiermengsel. Blijf het mengen en op een gegeven moment ontstaat er een mooie deegbal. Blijf bloem toevoegen totdat deze bal niet meer plakkerig is. Dan kan je de deegbal even apart leggen.
Hierna ga je weer verder met de vulling.
Verwarm de oven voor op 170 graden (hetelucht). Meng het (afgekoelde) papje van de gekookte rijst met de ricotta en daarna de suiker. Van de twee eieren moet je de eigelen scheiden van het eiwit. Doe de eigelen bij de gekookte rijst, ricotta en suiker en de eiwitten in een aparte kom. Deze eiwitten klop je stijf. Meng de eigelen door het papje en voeg daarna het stijfgeslagen eiwit in delen toe terwijl je het luchtig mengt met de rest van het mengsel. Als laatste voeg je het sinaasappelaroma toe.
Pak het deeg en haal er ¼ vanaf. Maak een mooie bol van het deeg en leg het op bakpapier en rol het uit. Ik heb een springvorm van 27 cm gebruikt om deze taart te maken. In Italië gebruiken ze een andere vorm waarvan de rand wat meer schuin oploopt. Vet de springvorm in met boter. Als je het deeg zo hebt uitgerold dat het goed in de vorm past (met opstaande rand, pak je het bakpapier aan de onderkant op met twee handen en keer je het boven de springvorm om. Zorg ervoor dat het deeg mooi in de vorm past en haal het bakpapier eraf. Daarna duw je het met de bovenkant van je wijsvinger en je duim goed in de rand en duw je de het deeg goed tegen de rand. Het overtollige deeg snij je er aan de bovenkant af. Dit overtollige deeg voeg je bij de ¼ die je nog had liggen en hier maak je een mooie bal van.
Schep nu de vulling in de bakvorm. En rol het deegballetje dat je overheb uit in de lengte zodat je daar mooie strengen van kan snijden. Dit hoor je met een kartelroller te doen maar als je die niet hebt (zoals ik) maak je ze recht. Leg drie van de strengen over de taart en drie/vier andere schuin erop (zie foto).
Bak de taart 50 minuten in een heteluchtoven op 170 graden en daarna nog 10 minuten op onder bovenwarmte.
Deze taart moet je minimaal 12 uur laten staan voordat je hem kan opeten.
Buona Pasqua!